H.S.V. De Kampioen
Uitslag

Van Deventer cyclescafe dinsdag competitie
Van Deventer cyclescafe dinsdag competitie

Omdat we tegenwoordig met een nieuw inschrijfsysteem werken dat afgelopen zondag de jury van dienst toch heel wat hoofdbrekens bezorgde, zit vandaag een ware fine fleur op de jurywagen: Tom, Juriaan, Dirk en ik. Ik geef graag toe dat het nogal pedant is om mezelf tot de fine fleur te rekenen en, laat ik eerlijk zijn, ik ben ook de enige die vandaag echt op het rooster staat. Dirk, Juriaan en Tom zagen dat en dachten: Oei, het kan nog wel eens gedoe worden, die haarkloverige sokkenmeter in zijn eentje met een nieuw systeem…

Dirk, Tom en Juriaan zijn dus vooral aanwezig om mijn onvermogens te maskeren. Ik kan me bezighouden met randzaken terwijl zij de koers echt op gang kunnen helpen en er na afloop een uitslag kan worden opgemaakt.

De randzaak van vandaag is de inschrijving. Dat gaat digitaal tegenwoordig. Reuzehandig. Maar toch knaagt er diep in mij een melancholisch kevertje. Een kevertje dat lijkt te willen zeggen dat “het vroeger toch ook goed ging?” Met een pennetje, een papiertje en een jury die de uitslag gewoon op het oog vaststelde… Datzelfde melancholische kevertje fluistert me ook in dat een stalen fiets beter was dan het peperdure carbon racemonster waar ik tegenwoordig op rijd. Dat is baarlijk nonsens, ik weet het.

In de tijd van de stalen racefiets -een handgebouwde Vittorio, Reynolds 531 buizen, fel oranje gekleurd (ja, ook toen was wansmaak één van mijn talenten)- diende je voor KNWU-wedstrijden in te schrijven met gele kaarten. Dat was vanaf het vroege voorjaar een wekelijks ritueel.  

Op woensdag viel de Wielerrevue Nationaal op de mat. De belangrijkste functie van dat KNWU-periodiek waren de wedstrijd annonces.  Elk dorp, elk gehucht, elke vlek op de kaart had toen nog een plaatselijke wielerronde. Op zaterdag kon je starten in de Ronde van Nergenshuizen aan de greppel, zondag de Hel van Kuttekrabbersveen, woensdag de Omloop van Louloenersloot. Elke week waren er in de regio wel twee of drie wedstrijden.

Voor elke koers die je wilde starten vulde je een dubbele gele inschrijfkaart in. Op de retourkaart, waar je zelf met de hand alle gegevens schreef, diende je een geldige postzegel te plakken. De ingevulde dubbele kaart ging in een enveloppe die je ook moest frankeren. Vervolgens stuurde je dat geheel naar de secretaris van het plaatselijke comité dat de wedstrijd organiseerde. Twee postzegel per inschrijving, met het gevaar dat je de kaart terug ontving met het stempel “Vol”.

Omdat ik toen nogal recalcitrant was kocht ik al snel een postzegel-verzamelaars-startpakket. Voor vijf gulden kon ik jarenlang mijn retourkaarten voorzien van postzegels uit de hele wereld. Dat ze al gebruikt waren donderde niets. In al die tijd heb ik slechts één keer strafport moeten betalen.

Maar de tijden veranderen en dus schrijven we tegenwoordig zelfs clubkoersen digitaal in. Als renner is dat handig omdat je dan vooraf kunt zien wie er allemaal aan de start staan, voor de jury is het praktisch omdat nu direct alle renners ook met de kloppende transponder (nog zo’n modernistisch ding, ga ik ook nog een keer over mopperen) in het systeem staan. Tenminste…als die renner niet Sonja Krouwels\Dingeman Vink heet. Want hij\zij rijdt vandaag weer bij de A-renners mee.
Gelukkig zag ik voor de start al dat het deze week niet Sonja maar Dingeman is. Hij fietst samen met twaalf andere kleppers in het A-peloton.

De A-groep is klein in vergelijking met het B-peloton. Die groep wordt elke week groter. Deze week starten daar eenendertig renners, aangevuld met vier Nieuwelingen.

Vanuit de start wordt er bij beide groepen kogelhard gereden. Wat is dat toch met de dinsdag? Welke krachten worden er wakker in wielrenners op die avond?  Het is een slagveld, een bloedbad, een knekelhuis in wording. In de ogen van alle renners lees ik de wanhoop. “Dit is een hobby, een liefhebberij,” zie ik ze denken, “maar waarom doet die liefhebberij dan zo ontzettend veel pijn?”

Een paar renners zijn zo wijs zich te onttrekken aan de alles verzengende maalstroom van het peloton en laten lopen. DNF is beter dan HDL (hartstikke dood uit liefhebberij). Maar de rest van de vermetelen jakkert door als een stel dol geworden lemmingen.

Bij de B vormt zich met nog zo’n ronde of vier te gaan een kopgroep. Wes Dekkers, Gerben Voogd, Bram Hoffmans, Corné van der Meijden en Jasper van den Berg vinden laagvliegen nog niet hard genoeg gaan. Ze lijken deze week van  plan de A-groep in te halen!

Maar die A-groep is niet van plan dat te laten gebeuren en voert het tempo ook steeds hoger op. Het is alsof we naar een knikkerrace kijken; er lijkt geen tactiek, geen samenhang. Het is gewoon heel kneiterhard achter elkaar aan fietsen. Dirk en ik kijken elkaar veelbetekenend aan. Op deze doldwaze dinsdag is het een stuk beter toeven in de jurywagen dan tussen de wielen van een peloton.

Bij de A wint uiteindelijk Stefan Appelman voor Dingeman Vink. De B’s, die de A-groep net niet weten in te halen, zien Gerben zijn wiel vlak voor die van Corné over de finish drukken. De prooi bij de Nieuwelingen is voor Thomas Monkelbaan. Rik Rozenburg is daar tweede.

A Klasse

1.Stefan Appelman
2.Dingeman Vink
3.Jack van Honschoten
4.Tim Kniep
5.Gerwin Colje
6.Elmer Lise
7.Basjan Berkhout
8.Luc Heine
9.Jorn Teer
10.Joris Maarleveld

B Klasse

1.Gerben Voogd
2.Corne van der Meijden
3.Bram Hoffmans
4.Wes Dekkers
5.Jasper van den Berg
6.Maurice de Bruin
7.Martijn Suk
8.Rene van der Lee
9.Rob Klinge
10.Eric Zwart

Nieuwelingen/Nieuweling Dames/Dames

1.Thomas Monkelbaan
2.Rik Rozenburg
3.Femke Reemeier
4.Mick Stromeier