H.S.V. De Kampioen
Uitslag

Van Deventer cyclescafe dinsdag competitie
Van Deventer cyclescafe dinsdag competitie

Het overkomt me gemiddeld één keer per jaar. Vandaag was die keer.  De blamage kondigt zich al aan in de kleedkamer. Uitbundig hoor ik mezelf grappen maken en opmerkingen plaatsen die lollig bedoeld zijn. Als een kikkertje dat zichzelf opblaast om zichzelf groter voor te doen dan dat hij is. Vroeger herkende ik het niet, tegenwoordig weet ik dat het een voorbode van onheil is. Want het kikkertje lijkt wel groot met zijn opgeblazen wangetjes, het is allemaal loze lucht.

Bij het inrijden waarschuw ik Hoes al: “Als ik me uitbundig gedraag rijd ik altijd heel beroerd.” zeg ik hem. Eigenlijk gebruik ik een ander woord, meer specifiek het vrouwelijk geslachtsdeel in het bargoens. Een woord dat ik hier beter niet schrijf.  De taal van de wielersport is bloemrijk maar sommige woorden houden gewoon niet goed op papier of beeldscherm.

Ondanks de krachtige term waarmee ik mijn slechte prestatie van straks alvast aankondig lijkt Hoes de draagkracht ervan niet te zien, Had hij dat wel gedaan dan reed hij zeker niet achter me tijdens de eerste rondes van de wedstrijd.

Eerlijk is eerlijk, zelf vergeet ik het ook. Vanuit de start volg ik vooral het wiel van Lance Venema. Lance is een jong supertalent. Vorige week fietste we samen terug naar Alkmaar en vertelde hij me zijn waardes. “Waarde” heeft  in de wielrennerij niets met geld maar alles met vermogen te maken. Wel, laat ik zeggen dat Lance een vermogend jongeman is!

Braaf draai ik mee aan de kop van het peloton. Een klein peloton, dat moet gezegd. De regen-voorspelling heeft een behoorlijk deel van de renners overtuigd dat ze beter thuis voor de televisie blijven zitten dan op een smal fietszadel hier op Wheelerplanet. Na elke kopbeurt laat ik me langs de groep afzakken en neem achterin weer plaats.

In de vijfde ronde gaat het ineens mis. Van achteruit de groep zie ik een man of vijf, zes, op kop zo hard doortrekken dat het peloton breekt. Overmoedig snel ik naar voren om het gat dicht te rijden. Mijn benen kreunen van pijn, maar het heeft wel zin. Langzaam maar zeker kom ik dichter bij de vluchters. Ik zie Elmer Lise op kop sleuren. Bram Hoffmans zit erbij. En Lance Venema.

“Dit kon nog wel eens de slag zijn”,  denk ik. Maar ondertussen lopen mijn benen steeds verder vol. Ik wapper met mijn arm: Overnemen! Maar er komt niemand. Nobody! Personne! “Draaien.., ” roep ik terwijl ik me geërgerd omdraai,  “Zo halen we ze niet terug hoor,”  Pas dan realiseer ik me dat ik tegen een grote leegte achter me praat. Kak! Ik heb een gat van een meter of twintig. Zeker. Dat heb ik weer: Chasse patate!

Maar de status quo duurt niet lang. Want binnen een paar seconden vliegt de Adelaar van de Velserbroek, Paul Pruis, langs. In zijn wiel Wes Dekkers. Ik prijs me gelukkig. Het peloton is er, snel in het laatste wiel aanhaken, denk ik. Maar als ik weer omkijk zie ik ineens dat er achter me helemaal geen peloton meer is. Ja, Hoes. En Maarten Piek. Die me samen voorbij komen racen.

“Paul, wat doe je nou!” roept Hoes. Maar het is al te laat. Samen met Timon van de Kraats, Patrick Lespinasse, Hoes en Maarten staar ik naar het gat dat voor ons is ontstaan. Het duurt een paar vernietigende seconden tot iedereen hetzelfde besef heeft als ik. De lucht ploft uit mijn opgeblazen wangen. We liggen eraf. De mongolenwaaier is ons lot.

Een mongolenwaaier bestaat niet uit krabbers alleen. Het zijn vooral ook de niet-oplettende domoren die op het verkeerde moment te ver naar achter zaten. Het is een polonaise sukkelaars waarover Kermit de Kikker met opgeblazen wangetjes ooit zong: The krabbers. The dreamers. And me…

Dit moment, het moment waarop ik door heb dat we eraf liggen, zou ik graag een lekke band hebben! Of enig ander technisch malheur. Dat zou mijn blunder recht kunnen zetten. Bij de jurywagen aankomen, ander wiel steken, ronde vergoeding ontvangen en dan aansluiten bij de hoofdmacht.
“Ja, ik reed net achter in het bos lek”, zou ik verklaren.

Maar ik rij niet lek. Ik krijg geen malheur. En dus rest niets dan proberen het gat te dichten. Dat zou moeten lukken, mijn mede-domoren zijn hardrijders. Vooral Patrick neemt keer op keer ongenadig hard over. Dit is wel de snelst rijdende mongolenwaaier waar ik ooit in terecht kwam. En reken maar dat ik van veel mongolenwaaiers deel heb uitgemaakt.

Hoes is trouwens ineens verdwenen. Zou hij wel zo leep zijn dat hij schaamteloos ‘lek’ gaat veinzen bij de jury? Het is voor ons wel jammer, want Hoes is ook een doorrijder. En echt groot kan het gat nog niet zijn. Toch?

Drie rondes verder worden we godzijdank ingehaald door de A-groep. Dit is onze kans! Nee, aanhaken mag niet, maar als we ze op een meter of tien afstand kunnen blijven volgen en  ze daarna de hoofdmacht van de B’s in gaan halen en de B’s dan even stil vallen…

Wanhoop. Al mijn gedachtes, ideeën, plannetjes, ze worden allemaal gevoed door pure wanhoop. Want natuurlijk verdwijnen de A’s uiteindelijk uit het zicht. Natuurlijk valt de eerste groep niet stil. Natuurlijk komen wij, vier dooie pieren, niet dichterbij de race-beesten in de eerste groep. Ja, we lopen Mike van der Meij in en zijn dan met zijn vijven. Vijf dooie pieren rijden niet harder dan vier dooie pieren, maar het verzacht het leed enigszins.   

Ergens ver weg, in een peloton ver voor ons uit, wint Rik Rozenberg bij de Nieuwelingen. En Martijn Suk bij de B. De mongolen-sprint laat ik lopen. Timon wint hem. Hoes finished trouwens in het peloton, maar met een keurige ronde achterstand. Ik zal hem toch eens mijn ‘lekke banden-truc’ uitleggen…

De meesmuilende blikken na afloop zijn het ergst. Leedvermaak is alleen leuk voor hen die het bedrijven en niet voor het lijdend voorwerp. “Hee, waar was jij nou ineens,” vraagt Paul Pruis naar de bekende weg. Martijn Suk wrijft het zout nog iets dieper in de wond: “Ik dacht, hee, wat gaat die ineens langzaam. Dus ik ben je maar gepasseerd…”

De enige die wel troostende woorden voor me heeft is mijn vriendinnetje Irene. “Ah, joh, gebeurt je één keer per jaar, dus dat heb je nu maar gehad” Maar Irene vond vorig seizoen mijn twee rondes durende chasse patate tijdens één van de koersen op Wheelerplanet  “schattig”. Dus ik weet nog niet zo goed of ik blij moet zijn met haar troost…

A Klasse

1.Paul den Edel
2.Jesper Dijksman
3.Jack van Honschoten
4.Kevin Koster
5.Luc Heine
6.Bart Wernik
7.Frank Roling
8.Jos Leyten

B Klasse

1.Martijn Suk
2.Gerben Voogd
3.Lance Venema
4.Donny Hoogschagen
5.Elmer Lise
6.Wes Dekkers
7.Bram Hoffmans
8.Frank Hutzezon
9.Paul Pruis
10.Rene van der Lee

Nieuwelingen/Nieuweling Dames/Dames

1.Rik Rozenburg
2.Mick Stromeier