Soms heeft een wedstrijd geen verhaal. We gaan van start, rijden heel hard, iemand wint en we gaan weer naar huis. Einde. Zo’n koers lijkt het vandaag te worden.
Misschien zijn het mijn benen. Misschien is het de stand van de maan. Misschien is het omdat niemand in ons peloton gedubbeld wil worden door het A-peloton. Misschien is niemand met een plan vertrokken.
Wat de reden ook is, het gaat vanaf de start knoerthard. De snelheid gaat naar zevenenveertig kilometer per uur, achtenveertig, negenenveertig. Mozes kriebel, dit is het B-peloton he. Hier rijden de sterfelijken. Zou ik willen zeggen. Als ik lucht had.
Mijn benen schreeuwen al na twee rondes moord, brand en andere ellende. Dat zou ik natuurlijk als een gunstig teken kunnen zien. Als je pijn in je benen voelt, hoorde ik Leontien van Moorsel ooit zeggen, moet je demarreren. Want die anderen hebben dan ook pijn in hun benen. Goede tip, maar Leontien heeft iets wat ik ontbeer: talent.
Sprekend over talent: Chiel Kortekaas komt glimlachend langs me fietsen. Hij lijkt zich als een vis in het water te voelen. Ik voel me vooral als een kat die per ongeluk in de wasmachine gekropen is. Zojuist is de centrifuge gestart!
Blijkbaar ben ik niet de enige met pijn in de poten, want er wordt kop over kop gedemarreerd. Het peloton is woeste kudde stieren en stierinnen die in een tomeloze stampede rondjes door het bos dendert, Bij de actieve stieren zie ik ook de rode rugnummers van Rick Rozenburg en Charlie van de Hoeden zich in de debatten mengen. Stierinnen Sonja Krouwels, Tessa Dijksman en Anouk Spies weten zich ook de hele tijd voor in de groep te handhaven.
Als we toch allemaal een keertje willen demarreren, denk ik ineens, waarom spreken we daar dan vooraf niet even wat over af? Dat we op volgorde van rugnummer het een keer mogen proberen. Of op alfabetische volgorde. Maar voor ik de gedachte af kan maken is het alweer Hoes die langs de groep dendert en furieus op kop gaat sleuren.
Paul Pruis meldt zich en vraagt of ik straks nog iets ga proberen. Ik probeer vooral in leven te blijven. Mijn koersdoel is: niet in de mongolenwaaier belanden. Dat is al dapper genoeg, vind ik vandaag. Maar dat zeg ik niet. Wielrennen is de waarheid liegen en leugens als waarheid verkopen.
Dus knik ik vriendelijk en zeg dat ik hem uitnodig om straks, in de finale, mijn wiel te kiezen als in mijn ultieme aanval inzet. Dat ik bij een uitval graag een Dasia-renner bij me heb is natuurlijk ook enorm tactisch. Dasia is machtsblok van jewelste tegenwoordig. Gaul!-esk, voor de lezers die zich dat nog herinneren.
Om het leed nog wat groter te maken worden we, vlak voor de sprint van de Nieuwelingen, ingehaald door de twee koplopers van de A. Op kop is het Jesper Dijksman die vriendelijk lachend eerst zijn vader Dirk en daarna zus Tessa begroet. Alsof hij niet ondertussen tachtig kilometer per uur rijdt ofzo.
De overwinning bij de nieuwelingen is voor Rick, die afgetekend wint. Daarna is het onze beurt. Heel even speel ik met de gedachte om…maar dat is voor de Dasia-trein in gang schiet. Ze trekken de snelheid zo hoog op dat het hele veld op een lang lint naar de streep rijdt. Daar is het Martijn Suk die het knappe ploegenspel koelbloedig af maakt. Achter hem worden Dennis Oolbekkink tweede en Corné van der Meijden derde.
De sprint bij de A wordt afgetekend gewonnen door Jesper Dijksman.
En we gingen weer naar huis. Einde…
1. | Jesper Dijksman |
2. | Jack van Honschoten |
3. | Wesley Hollenberg |
4. | Serginho Wilshaus |
5. | Paul den Edel |
6. | Sjoerd Harleman |
7. | Stefan Appelman |
8. | Sep Visser |
9. | Edo Kievit |
10. | Luc Heine |
1. | Martijn Suk |
2. | Dennis Oolbekkink |
3. | Corne van der Meijden |
4. | Serge Leloux |
5. | Chiel Kortekaas |
6. | Bart Wernik |
7. | Wes Dekkers |
8. | Rene van der Lee |
9. | Bram Hoffmans |
10. | Eric Zwart |
1. | Rik Rozenburg |
2. | Charlie v/d Hoeden |
3. | Kaj Vitalis |
4. | Mick Stromeier |