“Ik mis de verslagen van het A-peloton” De woorden van Jesper Dijksman galmen nog na als we van start gaan voor, wat na een ronde of twee een wedstrijd laagvliegen blijkt te worden. Ik beloofde hem over de A te schrijven als hij wint vandaag. Wat volgens Jesper natuurlijk onredelijk is, want hij wint nooit. Zegt ie.
Na de start van de B-wedstrijd is het eerst Bart Wernik die (ditmaal zonder kater) vanuit de start keihard demarreert. Hij krijgt Wouter Spit mee. Mijn koersplan vandaag is: in de vroege ontsnapping meegaan. Wel, dit dunkt me vroeg genoeg, Voor de spijt zich in mijn benen laat voelen als melkzuur blijk ik aangesloten te zijn. Mee in de vroege ontsnapping: check. We rijden echt hard, vind ik. We rijden echt knoeperhard, eigenlijk. We gaan zo hard.. maar blijkbaar rijdt het peloton nog harder, we worden na enige tijd teruggepakt..
Dat snelheid relatief is blijkt als binnen twintig minuten een klein peloton van de A’s langs komt stuiven. Op kop Dingeman Vink, die, zo leert zijn uitleg later, hier op pure zuurkool rijdt (WADA, leest u mee??). Achter Dingeman zit Jesper Dijksman. Als de heren nu zo slim waren geweest ons kalmpjes te passeren dan had ik even mijn schrijfblokje erbij gepakt om de rugnummers te noteren. Dan had ik hier even alle namen genoemd en was iedereen blij. Maar nee, voor menselijke maat hebben ze geen tijd. Het B-peloton wordt nog net niet omver geblazen door de rijwind van deze elite-TGV.
Blijkbaar inspireert die idioot hoge snelheid het B-peloton, want de vaart gaat er bij ons ook in. Voor ik er erg in heb hang ik ineens in het laatste wiel. Het laatste wiel is het verkeerde wiel: ik moet naar voren. Maar langs woeste voortjakkerende groep rijden is nogal ehh…zwaar. Alsof je uit een rijdende sneltrein stapt en hem dan hardlopend probeert in te halen. Dat u even een beeld hebt.
Ondertussen blijven er ook steeds meer A-renners steken in de B-groep. Ik begrijp hun roep om eeuwige roem, maar omdat ze ondertussen ook nog eens kogelhard mee gaan draaien in de kop van ons pelotonnetje ben ik ook nu niet in staat hen de naam te vragen. Het enige wat ik uit kan brengen is wat wanhopig gekreun om mededogen.
Godzijdank breekt dan al snel de finale voor de nieuwelingen aan. Het rondebord staat direct op één. Normaal gesproken wordt aangekondigd dat er nog twee rondes te gaan zijn, dan één en daarna volgt hetzelfde stramien voor de B-renners. Twee rondes, één ronde, finish. Ik bespaar u de kronkels die zich op dit moment in mijn hersenen plaatsvinden. Logica en uitputting gaan verdomde slecht samen in mijn hoofd. De uitkomst van mijn hersengespinsel is evenwel dat wij, de B-renners, na de finish van de nieuwelingen niet twee maar slechts één ronde zullen moeten rijden.
Dus ben ik slim. Denk ik. Ik sluip mee met de nieuwelingen die in hun laatste ronde ruimte krijgen van het peloton der B’s. Nou ja, ik maak mezelf wijs dat ik mee sluip. Vanaf enige afstand zal het eruit zien als de reus die op pad gaat met vijf kabouters. Dat zegt overigens meer over mijn bouw dan over die van de jonge talenten waarmee ik nu op pad ben.
Ook Edo Kievit en Ritzert Monkelbaan zijn trouwens zo leep voor de wenden dat ze de sprint voor de nieuwelingen aan willen trekken. We krijgen zo zeker honderd meter kado van de sympathieke B-groep.
De sprint van de nieuwelingen wordt gewonnen door Rick Rozenburg, voor Thomas Monkelbaan. Bij het passeren van de lijn roept de jury dat er voor de B’s nog twee rondes te gaan zijn. Neeeeee, gilt de stem in mijn hoofd!
Mijn smekende blik, mijn weifelend opgestoken vinger, mijn wanhopig uitgeroepen “ik vind één ronde wel genoeg!” Het heeft allemaal geen effect. Onverbiddelijk blijft het bord op twee staan.
Gelukkig willen Ritzert, de boom die zojuist zijn appel tweede zag worden, en Edo ook best doorrijden. Maar bij het luiden van de bel is het grote harken toch echt begonnen. Twee bochten voor het einde worden we roemloos voorbij gestoken door de gehele groep. De sprint wordt gewonnen door Bram Hoffmans, voor Elmer Lise en de revaliderende Sep Visser.
Als we uitrijden voel ik ineens een warme bries langswaaien. Het is Jesper Dijksman die nog slechts één renner in zijn wiel dult. Serghino Wilshaus blijkt de enige die de ontketende Jesper weet bij te blijven. En zo blijft dat tot op de streep. Jesper blijkt te hebben gekoerst volgens de tactiek van de verschroeide aarde. Hij reed het hele A-peloton de vernieling in en wint ook nog de sprint van Serghino. Op respectabele achterstand van bijna vijftien seconden wordt Paul den Edel nog derde.
Als je wint schrijf ik een stukkie over de A, zei ik. Mijn welgemeende excuses aan het gehele A-peloton. Ik zal volgende keer Jesper vragen met iets meer compassie te winnen…
Tot slot nog een rectificatie. In mijn verslag van 8 mei dichte ik de winnaar bij de nieuwelingen, Thomas Jonker, lidmaatschap toe van FRTC Almere. Nou, dat mochten de Almeerders willen. Thomas is lid van Door Training Sterk. DTS dus.
1. | Jesper Dijksman |
2. | Serginho Wilshaus |
3. | Paul den Edel |
4. | Dingeman Vink |
5. | Wesley Hollenberg |
6. | Samuel Hutzezon |
7. | Luc Heine |
8. | Jack van Honschoten |
9. | Siebe Koot |
10. | Eden Hoogschagen |
1. | Bram Hoffmans |
2. | Elmer Lise |
3. | Sep Visser |
4. | Wes Dekkers |
5. | Bart Wernik |
6. | Martijn Suk |
7. | Serge Leloux |
8. | Marco Klinge |
9. | Rob Klinge |
10. | Bas Steenbrugge |
1. | Rik Rozenburg |
2. | Thomas Monkelbaan |
3. | Charlie v/d Hoeden |
4. | Mick Stromeier |