H.S.V. De Kampioen
Uitslag

Spaarneduin makelaars competitie
Spaarneduin makelaars competitie

De startlijst van de Spaarneduincompetitie leest als een internationale topklassieker waarin jonge, opkomende helden zich gaan meten met kleppers uit het (recente) verleden. Jonge mannen als Tom Jonkmans, Kay Pronk en Serginho Wilshaus gaan de strijd aan met ervaren kleppers als Jeroen Breewel, Hidde Bos en Rob Klinge. Stuk voor stuk renners met een vermelding van hun palmares in Procyclingstats. Die database waarin alleen de allergrootste renners van deze planeet een vermelding krijgen. 

De vraag is vandaag dan ook niet óf, maar wanneer het peloton gaat breken. En de vervolgvraag is: zit ik dan aan de juiste kant van de breuk? De juiste kant is, in principe, de kant waar de prijzen worden uitgedeeld. 

Voor de start is het Kay Pronk die zijn ambities niet onder stoelen of banken steekt. Vriendelijk glimlachend nodigt hij me al tijdens de neutralisatie uit: “Ga je mee, dan trekken we meteen even een gat?” 

“Ik zou iemand mee vragen die wél hard fietsen kan” antwoord ik.

Die iemand is Maas van Westerhoven. Ontembaar als elke week is hij het die samen met Kay vanuit de start vertrekt. 

Op kop van het peloton fiets ik ondertussen naast Joost Ruisen. “Gewoon laten gaan,” knik ik vriendelijk naar hem. Het kost me moeite mijn blik niet vol afschuw op het tabak te laten rusten dat nog altijd zijn benen ontsiert. Maar zolang hij net als ik het tempo laag houdt ben ik bereid hem als compaan te zien, zelfs met dit soort blasfemisch uiterlijk vertoon. 

Aan het einde van de eerste ronde zijn de snelle mannen ons getreuzel zat. Ineens trekken ze links en rechts ten strijde. Binnen een fractie van een seconde ligt de snelheid van het peloton ruim boven vijftig kilometer per uur. Ik probeer de snelheid ook te ontwikkelen, maar kom niet veel verder dan 49,8 kilometer per uur. Langzaam maar zeker zak ik door de groep heen, steeds verder naar de achterdeur. 

Hebben die gasten het niet warm ofzo? Denk ik ineens. Want het is bloedstollend heet. Ik voel me als een aardappel in de airfryer! Ritsje van mijn pak open! Water over mijn kop gooien. Ohnee, geen water bij me. Waarom gaat het zo allejezus hard? Zijn ze nog niet teruggepakt? Ik kan ook nu gewoon mijn benen stilhouden en een gat laten vallen. 

Tierend komt Wes Dekkers langs “Godverdomme, Paul, geen gat laten vallen” Nee, nee…dat was ik niet…dat waren mijn benen…die kunnen deze snelheden helemaal niet aan….valt het dan nooit stil….?

Ik zie meer renners worstelen. Serge van der Putten dwarrelt naar achteren. Rob Klinge heeft het moeilijk. Maaike Pronk hangt bijna in de touwen. En met ons nog zeker een tiental andere renners.

Maar dan, als het gat tussen ons, de stervelijken en hen, de kleppers, een meter of vijftig is valt het stil voor ons. We komen terug! Het peloton opent zich aan de achterkant en laat ons weer binnen. Wielrennen is duizend keer sterven en duizend keer wederopstaan. Dit was mijn eerste keer vandaag. Nog negenhonderdnegenennegentig maal te gaan. 

Direct stuur ik naar voren. Altijd naar voren! Altijd zorgen dat er achter mij renners zijn die de gaten die ik laat vallen dicht kunnen rijden. Wielrennen is opportunisme ten top! Zijn andere renners slachtoffer van mijn onvermogen het peloton te volgen? Jammer dan…moeten ze maar voor me gaan fietsen…

Ineens besef ik me dat ik hier in het hart van het peloton fiets. Rondom me zitten alle grootheden. Pim Hackman, Paul den Edel, Jeroen Breewel. Het vervult me met trots. Heel even dan toch ben ik één met de kleppers.

Ik heb precies zeventien seconden de tijd om te genieten van deze plek. We rijden de elfde ronde in en plotseling is het overal oorlog. De snelheid vliegt weer naar die van het licht! Het hele peloton komt op een lint en begint te breken. Dit is het moment om aan de juiste kant van de breuk te zitten…

De juiste kant van de breuk mag voor kleppers dan wel ‘voor de breuk’ zijn, ik besluit dat voor mij ‘achter de breuk’ ook prima is. Sep en Jack zijn de enige renners met een groen rugnummer die meekunnen met het jongeren-geweld, en die twee kan ik toch ook niet kloppen als ik wel mee zit. Deze logica reconstrueer ik overigens pas na de koers hoor… In de airfryer waar deze koers in gereden wordt ben ik al veel te gaar gebakken om ook maar iets te denken…

Op hangen en wurgen weet ik de tweede groep wel bij te houden tot de bel van de nieuwelingen/dames. De sprint wordt gewonnen door Koen van der Meer.

Dan breekt onze finale aan. Twee man vooruit, wij rijden dus voor plek drie. Ik ben te gaar om na te denken en ook te gaar om te sprinten. In de kopgroep wint Jack van Sep, in onze groep is het Rob die vol gas de sprint wint. 

Mijn sprint is als die van een hele zieke zwaan. Maar goed, vierde, dat is toch zeven punten. Dan, verdomme, komt ineens Wanz te voorschijn. Waar heeft die de hele tijd gezeten? 

KNAHR staat op zijn koersbroek. KNAHR staat voor Kan Nog Altijd Hard Rijden. KNAHR schuift langzaam maar zeker langs! Ik word hier geflikt door KNAHR! 

Ik stel een nieuwe afkorting voor op de reet van WANZ: Wieltjes Altijd Nog Zuigen…

Bij de veertig plus wint Joost Tetteroo. Bij hen zat er niemand in de eerste groep.

Serginho Wilhuis wint bij de overigen. Hij wint de sprint van de veertien man sterke kopgroep. Paul den Edel is tweede.

Masters 50+

1.Jack van Honschoten
2.Sep Visser
3.Rob Klinge
4.Mathijs Wansink
5.Paul van Schagen
6.Eric Zwart

Masters 40+

1.Joost Tetteroo
2.Hugo Bakker
3.Juan Vazquez Gonzalez
4.Arjan Tetteroo
5.Bas Steenbrugge
6.Evert Jan v Dijk

Elite/Beloften/Amateurs/Junioren

1.Serginho Wilshaus
2.Paul den Edel
3.Jeroen Breewel
4.Pim Hackman
5.Tim Stromeier
6.Kay Pronk
7.Noah Langbroek
8.Lars de Weerd
9.Tom Jonkmans
10.Wes Dekkers

Nieuwelingen/Nieuweling Dames/Dames

1.Koen van der Meer
2.Roy Tetteroo
3.Kaj Vitalis
4.Tije Schagen
5.Maaike Pronk
6.Pia Hemming