H.S.V. De Kampioen
Uitslag

Spaarneduin makelaars competitie
Spaarneduin makelaars competitie

Als ik de avond voor de wedstrijd in de deelnemerslijst kijk slaat de schrik me om het hart. Omdat vandaag ook de ronde van Amstelveen op de agenda staat ging ik ervanuit dat de echte hardrijders niet bij de Spaarneduin Competitie zouden starten. De eerste naam die ik zie staan in de categorie ‘overigen’ stampt die hoop al direct diep de grond in: Elmer Lise. Vorige week reed hij het hele peloton op een hoop en won met minuten voorsprong. Een beeldschone vrouw in het publiek keek vol bewondering naar de majestueuze benen van de winnaar. “God, had mijn man maar één zo’n been” hoorde ik haar verzuchten.

De tweede naam die ik zie staan is die van Daniel Abraham, paralympisch Olympisch en Wereldkampioen op zo ongeveer elk onderdeel van de wielersport. Zet Daniel op een fiets, zijn benen gaan malen en hij rijdt minstens vijftig kilometer per uur. Een uur lang he! Of langer… “God,” denk ik vaak als ik Daniel zie fietsen, “had ik maar één zo’n been…” Liefst zijn rechterbeen overigens, zijn linkerbeen schijnt onderontwikkeld te zijn. Vandaar zijn paralympische status. Ik wil niet eens weten hoe hard hij zou rijden met twee rechterbenen…

Aan de start deze ochtend zie ik ook nog het ABLOC CT tenue van semi-prof Jesper Rasch. En nee, hij heeft hem niet uitgeleend aan zijn talentloze buurjongen. Het is Jesper zelf…

Sinds dit seizoen rijden we weer in één peloton op Wheelerplanet. Waar vorige jaren het B-peloton een veilige vluchthaven was voor sterfelijken en in het A-peloton de Goden op twee wielen zich konden meten met de halfgoden moeten we nu weer allemaal in hetzelfde keurslijf. Het is een peloton van twee snelheden. Cyclisme á deux vitesses, hoewel in dit zondagochtendpeloton het verschil niet gemaakt wordt door tegennatuurlijke medische optimalisatie maar door het verschil aan aanleg, training en jeugdigheid. 

Er zijn dan ook maar weinig renners die echt weerstand willen bieden als, na een ronde of vijf het peloton in tweeën breekt. Jesper Rasch lijkt de aansluiting te missen en springt met een fabelachtige aanzet het gat in. De Kist probeert zijn wiel nog te houden, maar zelfs deze vermetele sprinter van jaren her wordt na enige tijd gelost. 

Ik heb mijn koers vandaag afgestemd op Thomas Grippeling. Voor de koers straalde hij zoveel zelfvertrouwen en brille uit dat het mij een prima plan leek om strak op zijn achterwiel te koersen. Hij zou mij zonder moeite voor in het peloton weten te houden. In de finale zou hij met mij in het wiel zich afscheiden van het peloton en me naar de overwinning leiden bij de ‘groene nummers’. 

Renners die ouder zijn dan vijftig jaar mogen tegenwoordig weer een groen nummer opspelden en eerder afsprinten. Vroeger, toen ik zelf nog een jonge God was, noemden mijn ploegmaten van Gaul! deze categorie ook wel ‘de Terminalen’. Maar dat waren andere tijden, nu ben ik blij dat ik een ‘terminale’ ben.

Als de kopgroep wegrijdt blijf ik rustig in de buurt van Thomas zitten. Hij zal de boel zo wel gaan rechtzetten. Trouwens, ook Sep Visser zit nog bij deze groep. Een kopgroep zonder Sep Visser heeft nul kans van slagen. Denk ik. Weet ik…weet ik toch steeds minder zeker… Want ronde na ronde rijdt de kopgroep verder bij ons vandaan. 

Maar, geen paniek! Bij de kopgroep zit maar één ‘terminale’. We rijden hierachter dus toch gewoon voor een tweede plaats. Ik hoef alleen maar rustig op de finale te wachten, dan even hard aan te zetten en het hele spul te lossen om straks toch met een envelopje trots huiswaarts te keren. Dat voelt haalbaar. Ik heb wonderbenen! Ik voel de overmacht. Wachten moet ik. Wachten op het juiste moment en dan…

Bij het luiden van de bel weet ik het zeker: de tweede plaats kan me nauwelijks ontgaan. Sep heeft geen zin, Wim van Leest heb ik de hele koers nog niet gezien en de Kist heeft zijn bordje al leeggegeten tijdens de chasse patat die hij beleefde nadat Jesper Rasch hem achterliet in de oneindige leegheid tussen kopgroep en peloton. 

Ik ga vanaf plek vijf, heb ik bedacht. De Kist zit op plek drie, Sep hangt ergens achterin. Alle andere renners zijn slechts decorstukken in dit helden-epos. Met nog anderhalve kilometer te gaan spring ik op de pedalen en versnel ik alsof ik…ehh….nou….verdomme….de Kist kijkt gewoon glimlachend opzij en versnelt mee…en van achter mij voel ik een duw…en voor me schiet ineens Wim van Leest door het beeld..in zijn wiel Sep… 

Een theezakje ben ik. En dat theezakje ziet ruim voor zich dat Wim Sep klopt in de sprint om plek twee. Het theezakje wordt tiende.

“Waarom ging je nou op kop rijden?” vraagt Sep een kwartier na de finish. Moedeloos buig ik mijn hoofd. Kleppers zullen de dromen van krabbers nooit begrijpen…

Voor de volledigheid: Bij de nieuwelingen\dames won Jytte Timmermans, Jack van Honschoten bij vijftig plus en Frits van Lieshout was de beste veertig plusser. Bij de overigen was het, hoe kan het ook anders, Jesper Rasch die won, voor Daniel met zijn wonderbenen.

Masters 50+

1.Jack van Honschoten
2.Wim van Leest
3.Sep Visser
4.Serge Leloux
5.Erwin Kistemaker
6.Jeroen Weltman
7.Rob Klinge
8.Marcel Beukers
9.Rene van der Lee
10.Paul van Schagen

Masters 40+

1.Frits van Lieshout
2.Arjan Rebel
3.Juan Vazquez Gonzalez
4.Hugo Bakker
5.Huseyin Koseoglu
6.Eelco van Wort
7.Rene v.d. Hof

Elite/Beloften/Amateurs/Junioren

1.Jesper Rasch
2.David Abraham
3.Sebastiaan Sebregts
4.Rutger van Haastert
5.Elmer Lise
6.Jos Backer
7.Jasien Haridy
8.Ian van den Berg
9.Nick Roetman
10.Guido Jong

Nieuwelingen/Nieuweling Dames/Dames

1.Jytte Timmermans