H.S.V. De Kampioen
Jan vertelt

“De Nederlandse kampioen van 1957, mijn stadgenoot Piet Steenvoorden, was een onvoorspelbare renner. Als hij zijn dag had dan stond er geen maat op zijn presteren, maar als zijn kop verkeerd stond was er geen land met hem te bezeilen. Ook buiten de koers was Piet niet altijd de makkelijkste. Hij was een oermens en hij verloor wel eens zijn zelfbeheersing. Om dan later weer zijn spijt te betuigen, want zo was Piet ook wel weer. Uit de waslijst vol anekdotes over deze legendarische Haarlemse renner neemt het verhaal dat in Olympia's Tour door Nederland speelt een voorname plaats in. De coureurs werden toen nog ondergebracht bij gastgezinnen,  omdat er – net als nu - gebrek aan geld was. Sommige gastvrouwen begrepen niet altijd wat de eetgewoontes van een wielrenner zijn. Daarom kregen ze de meest vreemde maaltijden voorgeschoteld of er werd veel te lang gewacht met opdienen. Op een avond had Piet, net als iedere avond trouwens, honger als een paard, maar het zag er niet naar uit dat men à la minute aan tafel kon. Het was mooi weer en de ramen stonden open. Niet alleen bij het gastgezin, maar ook bij de buren. En daar lag, volgens de neus van Piet, een overheerlijke kip in de pan te sudderen. Honger als een paard en zo’n aroma in je neusgaten, het water liep hem letterlijk uit de mond. Op een onbewaakt ogenblik kon hij ...

... de verleiding niet meer weerstaan en via de tuin was het maar een paar stappen naar de keuken van de buren. Een grote vork was zo gevonden en binnen de kortste keren verdween de kip vanuit de pan in de maag van Piet Steenvoorden. Een ander vaak verteld verhaal over deze krachtpatser speelde bij de jaarlijkse presentatie van de Caballero-ploeg in een chique eetgelegenheid. Het eten was opgediend en het zag er heerlijk uit. We moesten echter nog even geduld hebben, want Caballero-directeur Nico Klijn vroeg een ogenblikje stilte om de gelovigen onder ons de gelegenheid te geven de Heer te verzoeken de spijzen te zegenen. Terwijl de directeur en de roomse renners devoot de ogen sloten, nam Piet de gelegenheid te baat om de grote biefstuk, die op het bord van de directeur lag, in één snelle beweging naar zijn eigen bord over te hevelen. Daar lag ook al zo’n lap vlees, maar die was voor Piet kennelijk niet groot genoeg. Bijna niemand had het gezien, behalve Frans van den Enden, de manager van de ploeg die naast de biddende directeur zat. Frans siste Piet direct toe zijn fatsoen te houden, maar daar had Piet geen trek in. Wel in die biefstuk en zo werd het daar aan tafel nog een hele consternatie. Als het aan Van der Enden had gelegen was Piet op staande voet ontslagen als hij niet direct zijn excuses zou aanbieden. Piet maakte echter geen aanstalten en de sportieve Caballero-directeur haalde de kou uit de lucht door lachend te verklaren met Piet een vooropgezet plan te hebben gesmeed om Frans te stangen. Die opzet was volledig geslaagd, maar tot op de huidige dag heb ik mijn twijfels. Ik kan het helaas geen van de betrokkenen meer vragen.

 

Jan van der Horst


Meer nieuws